Bereshith 5:3-5 De plaatsvervanger verwekt naar Gods en Adems gelijkenis

3 Toen Adam honderddertig jaar geleefd had, verwekte hij naar zijn gelijkenis, als zijn beeld, [een zoon], en noemde hem Seth. 4 Adam leefde, nadat hij Seth verwekt had, nog achthonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochters. 5 Heel de levensduur van Adam bedroeg dus negenhonderddertig jaar. Toen stierf hij.

Nadat de eerste mens in gelijkenis naar God was geschapen, creëerde het eerste mensenpaar kinderen naar hun beeld. De lijst van de oervaders in dit 5de hoofdstuk heeft van Adam tot Noach tien namen. De eerste vier namen zijn gemakkelijk te verklaren: van Adamah de uit rode aarde geschapen A·dham (aardse mens) krijgt men Enos of Enoch “mens,” Kenan (evenals Kain, Cainan) “de voortgebrachte, de in het aanzijn geroepene;” om zo tot Noach te komen.

Adam en Eva hun derde zoon, kreeg de naam “plaatsvervanger” “Seth” (voor Abel).

De volgorde en de structuur van de formule „naar zijn gelijkenis, als zijn beeld” (bid^emütö k^esalmö) komt niet volledig overeen met die van 1,26 (b^esalmênü kid^emütë- nu). Misschien valt hier de nadruk voornamelijk op de gestalte, die als een gelijkenis met de vader oproept. Niettemin blijft de betekenis van de uitdrukking ook hier functioneel: er is sprake van een overdracht van rechten. De „gelijkenis met God” is overerfelijk, in deze zin dat de zoon, juridisch gesproken, de vader „vertegenwoordigt”, in zijn plaats treedt (9,6; 1Kor 11,7; Jak 3,9). In laatste instantie komen alle rechten van God, waarbij God de „vader der mensheid” is (Lu 3,38).

+

Voorgaande

Bereshith 5:1-2 Adam en Eva, naar de gelijkenis van God, hun geslachtslijn

++

Vindt ook te lezen

1. Fundamenten van het Geloof: De goedertierenheid van God
2. Fundamenten van het Geloof 5: De mens, geschapen naar Gods beeld en als Zijn gelijkenis
3. Begrijpend Zingen: Psalm 8: Wat is de mens…?
4. De doden – Waar zijn ze? 8 De mens in Gods gelijkenis
5. Betreffende het spirituele lichaam