Het 5de hoofdstuk van het 1ste boek van de Chumash eindigt de genealogie van A·dham (de aardse mens) naar Noach met zijn drie zonen.
Via de aardse mens kwam er toewijzing (Seth) maar bleef de sterfelijkheid een waarneembaar feit, ook al werden die eerste mensen ongelofelijk oud en kregen zelfs op zeer hoge leeftijd kinderen. Maar tentijde van Methoesjelach wiens naam verklapte dat dood zou komen, kon men met Lemek als het ware een aankondiging vinden van “wanhopenden”. In de volgende hoofdstukken (6-9) zal verder uitgebreid worden hoe de mensen talrijk waren geworden maar ook ver van God waren afgedwaald, en Noach hen tevergeefs tot de orde riep. We zullen zien dat Jehovah Noach dan ging gebruiken om een aanzet te vormen tot Zijn Reddingsplan.
Toen Noach vijfhonderd jaar oud was, verwekte hij Sem, Cham en Japheth.
De “brenger van rust” Noach, „de man met de lange levensduur”, is een zeer bejaard man, als hij voor het eerst vader wordt („vijfhonderd jaar”). Hij heeft drie zonen, precies zoals Lemek, de laatste in de Kaïnietenlijst (4,19-22 J). De „geschiedenis van Noach” zal pas in 9,29 besloten worden met de bekende formule:
„Heel de levensduur van Noach bedroeg 950 jaar”.
Sem, (m, Hebreeuws; naam.) als oudste zoon van Noach is de voorvader van de Semietische stammen. (#Ge 5:32 9:18-23 10:21-29 11:10-26 Lu 3:36.)
De tweede zoon van Noach, Cham ( m, Hebreeuws; heet) werd de vader van Kanaän en van verschillende volkeren die het zuiden van Palestina bewoonden. Werd later vervloekt door zijn vader Noach wegens onbehoorlijk gedrag.
+
Voorgaande
Bereshith 5:1-2 Adam en Eva, naar de gelijkenis van God, hun geslachtslijn
Bereshith 5:3-5 De plaatsvervanger verwekt naar Gods en Adems gelijkenis
Bereshith 5:6-24 Van Seth tot de boeteprediker Chanok of Enoch
Bereshith 5:25-27 Methoesjelach de langst-levende van alle oudvaders
Bereshith 5:28-31 Mahalalel, Kenan, Jered, Lemek en zijn zoon Noach
+++